Johan Noteboom en Hans Huybens schreven samen een artikel over de benadeling van schuldeisers door een dividenduitkering of door inkoop van eigen aandelen. Het artikel is verschenen in het jaarboek 2025 van INSOLAD (de vereniging van advocaten gespecialiseerd in het insolventierecht). De inhoud van het artikel ligt nogal zwaar op de maag voor een MKB-ondernemer. Toch zal bijna iedere aandeelhouder van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV) van tijd tot tijd een dividenduitkering doen. Dit thema is daarmee heel relevant voor ondernemers. Reden voor Johan om in deze blog de twee belangrijkste spelregels, die bij een dividenduitkering gelden, kort (zonder volledigheid na te streven) voor het voetlicht te brengen.
Mijn vader zei vroeger soms, als ik om geld vroeg: “er groeit geen geldfabriek op mijn rug”. Die uitspraak intrigeerde mij. Wellicht om die reden droomde ik als kind af en toe van een eigen geldfabriek. In zekere zin is die droom uitgekomen. Tegenwoordig ben ik de eigenaar van een geldfabriek en met mij alle eigenaren (aandeelhouders) van een besloten vennootschap. Dat zit zo.
Een BV kan dividend uitkeren aan haar aandeelhouders. Dividend is de manier waarop de winst van de BV wordt uitbetaald aan haar aandeelhouder(s). In die zin is de BV een fabriek die geld kan genereren. Maar zoals elke fabriek moet ook deze zich houden aan de geldende wet- en regelgeving. Je kan bijvoorbeeld niet op ieder moment de geldpers zomaar aanzetten. Hierna bespreek ik de twee belangrijkste wettelijke spelregels waar alle ondernemers die een dividenduitkering doen, zich aan moeten houden. Er zijn meer spelregels. Vergeet bijvoorbeeld niet aan de fiscale verplichtingen die kunnen ontstaan bij het doen van een dividenduitkering te voldoen. In deze blog ga ik hier verder aan voorbij.
De eerste spelregel wordt in de praktijk wel aangeduid als de “beperkte balanstest”.
Deze balanstest houdt in dat de algemene vergadering (AVA) slechts dividend mag uitkeren voor zover het eigen vermogen groter is dan:
Ter verduidelijking een voorbeeld. Stel, de volgende situatie doet zich voor:
Op grond van de beperkte balanstest mag de AVA dan maximaal € 350.000 aan dividend uitkeren (te weten: het eigen vermogen minus het gestort en opgevraagde deel van het kapitaal minus de wettelijke en statutaire reserves).
Om te kunnen beoordelen of een uitkering voldoet aan de beperkte balanstest, wordt in de praktijk gebruikt gemaakt van een tussentijdse vermogensopstelling. De wet bevat hiervoor verder geen dwingende regels. Mijn advies is om deze tussentijdse vermogensopstelling altijd op te stellen en een kopie hiervan goed te bewaren. Dan kun je altijd achteraf aantonen op basis waarvan de dividenduitkering is gedaan.
Als de beperkte balanstest niet wordt nageleefd, is het besluit tot uitkering nietig. Als het besluit tot uitkering nietig is, kan de vennootschap (of de curator na een faillissement van de vennootschap) het bedrag dat is uitgekeerd terugvorderen van de aandeelhouder die het geld heeft ontvangen.
In de literatuur wordt wel bepleit dat niet de gehele uitkering moet worden terugbetaald, maar alleen het deel dat de grens van de balanstest te boven gaat. Dit standpunt lijkt mij correct. Neem nogmaals het voorbeeld hiervoor. Stel de AVA neemt een besluit tot een dividenduitkering van € 500.000. Moet dan € 500.000 worden terugbetaald of € 150.000 (uitsluitend het deel boven de toegestane € 350.000)? Naar mijn mening dient dan
€ 150.000 te worden terugbetaald (en niet € 500.000).
Een tweede spelregel is dat het bestuur van de BV na een uitkeringsbesluit moet toetsen of de vennootschap na de uitkering aan haar opeisbare schulden kan blijven voldoen. Dit wordt de “uitkeringstoets” genoemd. Als uit de test blijkt dat de BV aan haar opeisbare schulden kan blijven voldoen, moet het bestuur de uitkering goedkeuren. Als dit niet het geval is, moet zij de uitkering weigeren en kan niet tot uitbetaling van het dividend worden overgegaan.
De periode waarover het bestuur zal moeten beoordelen of de BV aan haar opeisbare schulden kan blijven voldoen, is doorgaans ongeveer een jaar. Dit kan in bepaalde gevallen anders zijn. Neem bijvoorbeeld de situatie waarbij het bestuur weet dat de BV over anderhalf jaar een hoge belastingschuld moet aflossen. Dan moet in dat geval een periode van anderhalf jaar worden genomen.
Daar waar de AVA (of eventueel een ander in de statuten van de BV aangewezen orgaan) de beperkte balanstest moet uitvoeren, is dus het bestuur van de BV verantwoordelijk voor de uitkeringstest. Het bestuur moet daartoe een bestuursbesluit (goedkeuringsbesluit) nemen.
Als het bestuur ten onrechte de uitkering goedkeurt, terwijl de BV vervolgens na de uitkering binnen de beoordelingsperiode niet meer kan voldaan aan haar opeisbare verplichtingen, is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor het door hun handelen ontstane tekort. Onder tekort wordt hierbij verstaan het bedrag aan schulden, dat niet kan worden voldaan door de vennootschap als gevolg van een onterechte uitkering.
Het is dus erg belangrijk om schriftelijk bewijsstukken waaruit blijkt dat de uitkeringstest is uitgevoerd goed te bewaren.
Als ondernemer moet u er bij het doen van een dividenduitkering goed op letten dat door de AVA een correct balanstest wordt uitgevoerd. Als dit wordt nagelaten, kan dit tot gevolg hebben dat het ontvangen dividend geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald.
Daarnaast moet u erop toezien dat de uitkeringstest op de juiste wijze wordt uitgevoerd. Als dit wordt nagelaten, kan dit tot gevolg hebben dat de bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt voor het financieel tekort, dat is ontstaan door deze nalatigheid.
Leg alles goed schriftelijk vast met daarbij de stukken waarop de testen gebaseerd zijn als onderbouwing en toelichting op de (wijze van berekening van de) testen. Bewaar deze schriftelijke stukken bij de genomen besluiten.
Door onze jarenlange ervaring en specialisatie op het gebied van het onderneming- en insolventierecht kunnen wij u bijstand verlenen bij geschillen over dividenduitkeringen. Ook kunnen wij u advies verlenen over de (on)mogelijkheid van een dividenduitkering in uw specifieke situatie.
Heeft u vragen of wenst u informatie naar aanleiding van deze blog? Neem dan gerust contact op met Johan Noteboom of Hans Huybens.